Tarangire National Park.

Wat ons betreft het mooiste van de noordelijke Tanzaniaanse parken waarin u zich als in Jurassic Park zult wanen.

Tot het Tarangire ecosysteem, het tweede grootste systeem in het noorden van Tanzania, behoren Tarangire NP, Mtu wa Mbu GCA, Lake Natron GCA, Amboseli NR, Simanjiro GCA, Mkungunero GCA en de Maasai steppe.

De Tarangire NP migration.

Tarangire Migration

Dit ecosysteem kent zijn eigen migratie.
In januari en februari worden alle Wildebeest en Zebra kalveren na de korte regenperiode, geboren. In maart migreert het wild langzaam uit het park.
April en mei zijn de regenmaanden met veel water en vers gras.  Begin april bereikt het eerste deel van de Migration het Amboseli NR in Kenia. In Tarangire is de vegetatie dan zeer groen.
Na de natte periode april/mei keren in juni de Eland en Oryx weer terug in het park, gevolgd de olifanten.
In juli keren de Wildebeest en Zebra’s weer naar het park.
Midden augustus is de bulk van de migratie weer in de buurt van de rivier. Augustus, september en oktober zijn de beste maanden om dit park te bezoeken.
In november verzameld al het wild zich rond de rivier.

Hier is de grootste concentratie van wilde dieren buiten het Serengeti ecosysteem, een smorgasbord voor roofdieren, en de enige plek in Tanzania waar dry-land antilopen zoals de statige fringe-eared oryx en eigenaardige long neck gerenuk regelmatig worden waargenomen.
Als de felle zon het vocht uit het landschap zuigt, de aarde stoffige rood wordt gebakken, als het verdorde gras zo broos wordt als stro, verschrompeld ook de Tarangire River tot slechts een schaduw van zijn grootte in het natte seizoen. Maar het park zit dan vol met wild. Dorstige kuddes zijn dan over honderden uitgedroogde kilometers naar hier getrokken omdat ze weten dat hier altijd water te vinden is.
Kuddes tot wel 300 olifanten gaan op de droge rivierbedding op zoek naar ondergrondse stromen, terwijl gnoes, Zebra’s, Buffels, Impala’s, Gazellen, Hartebeesten en Elanden de steeds meer uitdrogende poelen bevolken.
Tijdens het regenseizoen worden de migrerende bezoekers verstrooid over een gebied van 20.000 vierkante kilometer totdat de groene vlakten uitgeput raken en de rivier eens te meer roept.
Maar Tarangire’s olifanten tref je hier altijd aan, zowel in de natte als droge periode.

De moerassen, door het hele jaar groen getint, zijn het thuis van 550 vogelsoorten, de meeste soorten in een leefgebied waar ook ter wereld.
Op drogere grond vindt u de Kori trap, de Stocking-thighed Struisvogel, de grootste vogels ter wereld, en kleine groepen Neushoornvogels die bulderen als kalkoenen.

Vogelliefhebbers kunnen hun ogen uitkijken naar zwermen krijsende en oogverblindend kleurrijke Yellow-collared Lovebirds, de Rufous-tailed Weaver en Grauwe Spreeuw, allemaal endemisch voor de droge savanne van noord-centraal Tanzania.
Afgedankte termietenheuvels worden vaak bezocht door kolonies van de vertederende Dwerg Mangoest en paartjes Red-and-yellow Barbet, die de aandacht op zich vestigen door hun luide, klokkenspel-achtige duetten.

Over Tarangire National Park:

Grootte: 2.600 km ²

Ligging: 118 km ten zuidwesten van Arusha.

Hoe komt u er:

2,5 uur rijden van Arusha en 1 uur rijden vanaf Lake Manyara over een verharde weg tot aan 7 km van de hoofdingang. U kunt verder rijden naar de Ngorongoro Krater en de Serengeti.

Beste tijd om te gaan:

Het hele jaar door, maar met name het droge seizoen (juni – september) voor de enorme aantallen dieren.

Met dank aan de Tanzanian National Park Association.